Asbestinventarisatie

Voorafgaand aan bijvoorbeeld sloop- of renovatiewerkzaamheden aan een pand van vóór 1994, moet een onderzoek naar de aanwezigheid van asbest worden uitgevoerd. De overheid wil op deze manier voorkomen dat de mensen die in een pand wonen of werken in aanraking komen met asbestvezels. Een asbestinventarisatie, die moet worden uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf, is ook onderdeel van een verplichte risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) op basis van arbeidsomstandigheden wet- en regelgeving.

In het rapport van de asbest inventarisatie staat of er wel of geen asbest in het bemonsterde object is aangetroffen. Als er asbest is aangetroffen vermeldt het rapport welke soort asbest het betreft en in welke concentraties het in de toepassing aanwezig is. Met het rapport kan de klant terecht bij een asbestverwijderingsbedrijf. Het asbestverwijderingsbedrijf kan vervolgens een raming doen van de kosten voor het verwijderen van het asbest.

Op dit moment is het zo dat verzekeraars geen nieuwe asbesthoudende panden meer in dekking nemen. Hierbij gaat het met name om schuren en loodsen met asbesthoudende golfplaten. Ook is het zo dat opstallen met asbesthoudende dakbekleding minder snel worden verkocht dan reeds gesaneerde panden.

De negatieve waarde van het asbest zorgt voor een lagere opbrengst van het pand bij verkoop. Daarnaast geldt dat het pand langer te koop staat omdat potentiële kopers meer tijd kwijt zijn met uitzoeken en zien zij op tegen het gedoe dat met de sanering komt kijken. Een reeds gesaneerd object heeft daarom een hogere waarde dan een niet-gesaneerd object en het verwisseld sneller van eigenaar. Het voorhanden hebben van een rapport van een asbestonderzoek heeft daarom een flinke meerwaarde bij verkoop van vastgoed! Ná verwijdering van de asbesthoudende materialen kan met de sloop of renovatie worden aangevangen.